Het demissionaire kabinet heeft op 22 november een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer om het mogelijk te maken dat werkgevers een coronatoegangsbewijs (ctb) mogen vragen aan werknemers om toegang te krijgen tot de werkvloer. Voor sectoren waar nu al een ctb verplicht wordt gesteld voor gasten zoals in de horeca, zal het ctb voor personeel verplicht worden.
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen moet iedere werknemer in de horeca straks een geldige QR-code kunnen tonen alvorens je aan het werk kan gaan. Jouw werkgever is verantwoordelijk voor het scannen van deze code. Een geldige QR-code krijg je als je volledig gevaccineerd bent, genezen bent van corona of negatief getest bent (3G-maatregel). Een negatieve test mag niet ouder zijn dan 24 uur oud.
Er is een hoop verdeeldheid in de samenleving, maar ook in de Kamers over de introductie van het ctb op de werkvloer.
Waarom zijn er zoveel bezwaren tegen invoering van deze maatregel?
Het tonen van een ctb op het werk maakt inbreuk op grondrechten: het recht op privacy (artikel 10 Grondwet, artikel 8 EVRM) en de lichamelijke integriteit (artikel 11 Grondwet, artikel 8 EVRM). Op deze grondrechten mag alleen een inbreuk worden gemaakt als daar een wettelijke basis voor is én er sprake is van een legitiem doel, de inzet proportioneel en passend is en er geen minder ingrijpende alternatieven voorhanden zijn.
Die wettelijke basis komt er straks dus mogelijk. Dat de inzet van een ctb een legitiem doel dient, namelijk het bevorderen van de veiligheid op de werkvloer, is duidelijk. Echter, is het de vraag of aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit wordt voldaan. Het College van de Rechten van de Mens heeft onlangs een advies gegeven over het wetsvoorstel en is van mening dat de argumentatie om over te gaan tot zo’n ingrijpende maatregel onvoldoende onderbouwd is. Er is nog onvoldoende gekeken naar welke minder ingrijpende maatregelen ingezet kunnen worden en wat de effectiviteit hiervan is. Denk bijvoorbeeld aan het beter handhaven van de ctb voor publiek (de QR-code wordt nu bij 1 op de 3 horecabedrijven niet of niet goed gecontroleerd), het uitvoeren en handhaven van de basismaatregelen op de werkvloer (afstand houden, mondkapjes, spatschermen, handen wassen, voldoende ventileren etc.), preventief testen en het geven van boosterprikken.
Wordt het wetsvoorstel aangenomen en heb je als horecamedewerker geen ctb of wil je geen ctb laten zien, dan kan dit grote gevolgen hebben. Van een werknemer wordt verwacht dat hij voldoet aan redelijke en noodzakelijke verzoeken van de werkgever. Voor zover deze in lijn zijn met de wet mag er van worden uitgegaan dat deze instructies redelijk zijn. Als je daar als werknemer vervolgens geen gehoor aan geeft kan je je werk straks niet meer doen. Dit kan leiden tot het stopzetten van de loonbetaling of in sommige situaties zelf een ontslag, met het risico dat je ook geen recht hebt op een WW-uitkering. Er zijn al verschillende uitspraken door rechters gedaan over werknemers die geen mondkapje wilden dragen en uiteindelijk zelf opdraaiden voor de consequenties. Hier kan een parallel getrokken worden naar het ctb.
Ook zullen ongevaccineerde werknemers zich voorafgaand aan iedere werkdag moeten laten testen. Deze last weegt zwaarder dan voor gasten. Zeker in gebieden waar weinig testlocaties zijn. Voor wiens rekening komt deze testtijd? In het wetsvoorstel wordt daar verder niet op ingegaan. Wel wordt aangegeven dat het testen voorlopig gratis blijft.
Het wetsvoorstel brengt vanuit arbeidsrechtelijk perspectief verstrekkende en onwenselijke gevolgen met zich mee. Mensen die niet thuis of op een andere plek zonder ctb kunnen werken, zoals horecamedewerkers lopen meer risico op conflictsituaties op het werk en zullen dus ook eerder te maken krijgen met de arbeidsrechtelijke gevolgen van deze wet.
Daarnaast is de verwachting dat werknemers die geen ctb hebben of willen tonen daar ook op andere manier nadeel van gaan ondervinden op de werkvloer. Een medisch gegeven wordt een reden om een tijdelijk contract niet meer te verlengen, werknemers niet meer op te roepen of te ontslaan. Dit is een ongewenst neveneffect van het wetsvoorstel, zeker voor de horeca waar al sprake is van een groot personeelstekort.
De inbreuk op grondrechten en de arbeidsrechtelijke gevolgen bij het niet hebben of willen laten zien van een ctb zal de discussie op de werkvloer over vaccineren nog verder doen oplaaien en het onderscheid tussen gevaccineerden en ongevaccineerden verder vergroten. De relatie tussen werkgever en werknemer is gebaseerd op afhankelijkheid. Immers zonder baan geen inkomen. Als een werknemer een ctb moet tonen alvorens hij kan gaan werken kan dit leiden tot een gevoel van indirecte vaccinatiedwang.
Werknemers die wel een ctb kunnen laten zien zullen te maken krijgen met een nog hogere werkdruk. Hetzelfde werk moet met minder mensen worden gedaan. De kans op een burn-out of overstap naar een andere sector wordt hiermee vergroot.
Hoe nu verder?
De vakbonden zijn geraadpleegd over het wetsvoorstel en hebben bovengenoemde bezwaren kenbaar gemaakt. FNV Horeca heeft daarbij specifiek benoemd wat de bezwaren en gevolgen zijn van een ctb voor de horecasector en voor jou als werknemer.
Het is nu aan de politiek om een keuze te maken en de knoop door te hakken of het ctb er op de werkvloer komt of niet. Het wetsvoorstel wordt op dit moment door de Tweede Kamer behandeld. Als het wetsvoorstel door de Tweede Kamer wordt aangenomen moet de Eerste Kamer het voorstel nog goedkeuren. Als ook die instemt zal de wet daarna op zo’n kort mogelijk termijn ingaan.
We houden je op de hoogte van de ontwikkelingen.
Inloggen Mijn FNV Horeca