FNV Horeca opent spreekuur voor misstanden in horeca

21-09-2018

Er zijn veel misstanden in de Amsterdamse horeca. Marco Bouma (46), sectorbestuurder van FNV Horeca, verzamelt samen met collega Jillian Teppema sinds 1 januari 2018 alle malversaties die zij tegenkomen. In oktober komt er een meldpunt. „Als we actie willen van onze leden, moeten we weten waartegen gestreden wordt.”

Wie wil er tegenwoordig nog in de horeca werken?
In Nederland gaat het om ongeveer 400.000 banen. De meeste zitten in Amsterdam en omgeving. Genoeg dus. Maar als we kijken naar de onderwerpen, die bij ons langskomen, zijn er veel misstanden. Die gaan voornamelijk over loon en contractvorming. We zien geregeld – in de media en bij ons op kantoor – verhalen terugkomen van mensen, die strijden voor de basis, voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Als vakbond komen we daarvoor op.

Wat is misstand nummer één?
Loonproblemen. Zoals met de zogenaamde min- en plusuren. Je kunt uren sparen en inleveren in rustigere periodes. In de registratie gaat er veel mis. Net als in andere branches is het in de horeca ook zo, dat als je je best doet, je elk jaar een stapje moet maken. Maar in Amsterdam gebeurt dat geregeld niet. We zien dat mensen jarenlang werken en eigenlijk nog steeds aan de onderkant van de loonschaal zitten. Dat kan niet. Dan gaat het uiteindelijk om onderbetaling. Om het niet juist betalen. Uitbuiting wil ik het nog net niet noemen.

Hoe kan dat werknemers jarenlang genoegen nemen met te weinig?
Ik probeer eigenlijk altijd uit die redenen te blijven. Ze klinken namelijk als excuses. Maar goed, ik wil er twee aanstippen: Werkgevers hebben bepaalde ideeën bij loonkosten. Uit onderzoeken en HR-vraagstukken blijkt dat personeelskosten rond de dertig procent moeten zijn. Ondernemers proberen daarop uit te komen. De praktijk van goede horecabedrijven leert echter, dat personeelskosten percentueel hoger liggen: tussen de 35 en 40 procent. De andere kant van het verhaal is dat werkgevers en werknemers in deze branche de regels gewoon niet zo goed kennen.

Het zijn meer doeners.
Klopt. Mensen beginnen vanwege de passie voor het vak. Ze hebben zelf in de horeca gewerkt of een hospitality-opleiding gevolgd. Ze weten veel van hun vak, maar niet over hoe je een organisatie leidt. Laat staan, dat ze vragen kunnen beantwoorden over personeels- en wettelijke regels. Er is dus ook een hoop onbekendheid aan beide kanten. Werknemers zijn ook vaak helemaal niet op de hoogte van hun rechten en plichten. Neem de fooienpot. Daar zijn fiscale regels voor. De werkgever mag zich wettelijk helemaal niet bemoeien met de verdeling van de fooienpot. Of gebruiken om eventueel kasverschillen te verrekenen, voor zichzelf te houden of andere zaken voor het bedrijf van te kopen. De fooienpot is namelijk uitsluitend voor de werknemers bedoeld. Veel mensen weten dat niet.

Hoe gaan jullie werknemers bij misstanden helpen?
We starten in oktober eens per maand een spreekuur op ons FNV-kantoor aan de Derkinderenstraat in Amsterdam. Van de 20.000 landelijke FNV-leden zitten er zesduizend hier in Amsterdam en omgeving. We willen hen informeren en adviseren, maar we horen ook graag hun verhalen. Want wij kunnen niks verbeteren als we niet weten wat de vragen en behoeften zijn.

Waar vinden de meeste misstanden plaats?
Op het MKB-niveau. In de middelgrote en kleine bedrijven.

De Koninklijke Horeca Nederland bepaalt momenteel eigenlijk alles.
Zij zijn de werkgeverskant en de laatste cao voor de horeca is zonder ons tot stand gekomen. Onze voorstellen werden afgewezen. Het gevolg is dat de nieuwe cao voor de werknemers slechter is dan de oude. Met een loonsverhoging van 1% is de koopkracht achteruit gegaan. Wij hopen elkaar in de toekomst weer te vinden.

Jullie achterban hield zich bij de onderhandelingen over de cao stil.
Ons doel is om in de toekomst meer reuring te veroorzaken om de positie van de werknemer te verbeteren. Werktijden en arbeidsomstandigheden zijn zwaar, als groep moet daar verbetering in worden bewerkstelligd. De cao loopt eind 2019 af. We willen zoveel mogelijk met onze werknemers in contact te komen. Wij zien twee soorten: De vaklieden, voor wie we de voorwaarden willen verbeteren en de jongeren of instromers, voor wie een afstand tot de wet- en regelgeving geldt. Wij weten uit onderzoek dat jongeren weinig weten wat hun rechten en plichten zijn.

Wat hebben jongeren met een vakbond?
Niet veel. Maar het is nodig. De gemiddelde leeftijd in de horeca is 30 jaar. De uitstroom is heel hoog. Er is nu een personeelstekort, omdat de werkgelegenheid is toegenomen, maar ook omdat mensen uitstromen vanwege de arbeidsvoorwaarden. Het is toch zwaar werk en slecht betaald.

Het is 24/7 in de horeca.
De horeca is onregelmatig. Je ziet heel veel flexibele contracten. Sommigen moeten hun leven bekostigen via twee of drie deeltijdbanen. Werkgevers kiezen voor meerdere parttimers. Uit onderzoek weten we dat mensen naar een vast contract willen. En dat is in de horeca hartstikke lastig om te krijgen.

Geef eens een voorbeeld.
De housekeeping valt in sommige gevallen, zoals bij de schoonmaak van hotels, onder horeca. Daar komen dezelfde thema’s naar voren. Het extra dilemma is daar dat je maar zoveel tijd aan een kamer mag besteden. Werknemers krijgen het meerwerk niet betaald. We steunen ook een vrouwelijke werknemer, die werkt al vanaf jongs af aan in de horeca en die is de afgelopen vier jaar niet aan een vaste baan gekomen, omdat haar tijdelijke contracten niet werden verlengd. Maar aan het einde van de contracten werd er de volgende dag wel iemand anders aangenomen. Het werk blijft dus wel bestaan. Dit zie je heel vaak en is echt een probleem. In de horeca heeft 60 tot 70 procent een parttimebaan. Dat is ten opzichte van het werk dat er het hele jaar is, van de zotte.

In Amsterdam kan je niet meer met goed fatsoen over seizoenswerk spreken.
Misschien geldt dat alleen nog voor bepaalde strandtenten, maar voor Amsterdam echt niet. Het toerisme neemt keer op keer toe. Het rapport van Horwath, wat vorige week werd gepresenteerd, toont aan dat in Amsterdam de hotels op een bezettingsgraad zitten van tachtig procent het hele jaar door en dat cijfer is ook nog eens groeiende. Flexibiliteit moet je beperken bij ‘ziek’ en ‘piek’. En als dat gebeurt, doe dan een professioneel uitzendbureau gericht op horeca.

Is je achterban klaar voor acties in de toekomst?
We moeten ons daar klaar voor maken. We moeten veel meer direct op zoek naar leden, die ons ondersteunen in de strijd om fatsoenlijke lonen en arbeidsvoorwaarden. Wij gaan hier in Amsterdam ook heel concreet helpen bij misstanden. Als erkende leerbedrijven bijvoorbeeld niet goed omgaan met leerlingen, moet de erkenning worden ingetrokken. De slechte kant van de sector moet bestreden worden. De goede werkgever heeft daar last van. Voor een deel komt het personeelstekort bijvoorbeeld vanwege het slechte imago. Wat dat betreft hebben wij als FNV nog heel wat werk te verzetten.

Bron: De Telegraaf

Inloggen Mijn FNV Horeca

Wachtwoord vergeten?
Nu registreren.