De sterke groei van flex blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag publiceert. Het aantal werknemers met een 'flexibele arbeidsrelatie' steeg de afgelopen vijftien jaar met 856 duizend. Daarmee had vorig jaar bijna een kwart van de werkzame beroepsbevolking een flexibel contract. Onder flexwerk valt bij het CBS een reguliere baan voor bepaalde tijd (zoals een jaarcontract), een oproepbaan, uitzendbaan en stagebaan.Vooral jongeren moeten het zonder een vast contract doen. Het aantal werkende jongeren tussen de 15 en 25 jaar met een vaste aanstelling daalde tussen 2003 en 2017 met ruim 300 duizend. Het aantal jongeren met een flexibel contract groeide in dezelfde periode met bijna 400 duizend.
Daarmee had vorig jaar ruim tweederde van de jongeren een flexbaan, tegen vier op de tien vijftien jaar geleden. Die groei zit vooral bij studenten en scholieren met een bijbaan. Meer jongeren volgen een opleiding in het hoger onderwijs, waardoor het aantal (flexibele) bijbanen is gegroeid. Maar er waren vorig jaar ook 382 duizend niet-schoolgaande jongeren met werk. Van hen had bijna de helft een flexcontract. Vijftien jaar geleden was dat ruim een kwart.